HOME

BARBARA KATHEDRAAL EN ANTONIUS KATHEDRAAL BREDA

Het is ergens rond 1854 wanneer de roemruchte Roermondse architect Pierre Cuypers begint aan de eerste tekeningen voor een nieuwe kerk in Breda. Die stad is een jaar eerder een bisdom geworden. Na eeuwen van onderdrukking kan het Rooms-Katholicisme weer in volle openbaarheid worden beleden. En dus kruipen de katholieke gelovigen in Breda hun schuilkerken uit en laten nieuwe, trotse kerken bouwen.

Rijksmuseum

Cuypers, die later naam maakt met imposante bouwwerken als het Rijksmuseum en het Amsterdamse Centraal Station, heeft op dat moment nog niet zo heel veel ervaring. Ambitie heeft hij echter genoeg. De bescheiden kerk die Breda graag in het centrum wil hebben, vindt hij veel te klein. Hij wil iets groters. Lukt best, denk hij. Hoeft niet eens meer te kosten dan de 160.000 gulden die het bisdom er voor uit wil trekken. Zo kruipt hij achter de tekentafel en ontwerpt een gigantische vijfbeukige kerk. In het midden verzint hij een grote vieringtoren, aan de voorgevel tekent hij twee slanke torens. Alleen: één en ander blijkt toch het budget te overstijgen. Talloze gedetailleerde versieringen worden vereenvoudigd, een gummetje vlakt de fronttorens weg.

De sloop van de Barbarakathedraal in 1969 © Stadsarchief Breda

In 1865 begint de bouw. En meteen ook de ellende. Al vrij snel verzakt de fundering en beginnen gevels en pijlers te scheuren. Eén en ander wordt hersteld, maar tegenspoed blijft het bouwwerk achtervolgen. Ook nadat hij in 1869 is ingewijd en in 1875 is verheven tot kathedraal. Er blijven scheuren komen. Dieptepunt is 1921, wanneer na een storm een deel van de toren waait en dwars door het kerkdak valt. Blok aan been Langzaam begint de Barbarakathedraal een beetje een blok te worden aan het been van het bisdom. Conservator Monique Rakhorst van het Stedelijk Museum zegt eufemistisch: ,,Je kunt eigenlijk wel stellen dat dit niet het beste bouwwerk van Cuypers is geweest.” Zo rond 1965, honderd jaar na de eerste steen, blijkt de neo-gotische gigant opnieuw zoveel mankementen te vertonen, dat flinke restauratie is geboden. Het bisdom is de kosten beu, denkt na en beslist dan de kathedraal te slopen. Tot treurnis van heel wat Bredanaars die er inmiddels persoonlijke geschiedenissen hebben liggen. Ze zijn er gedoopt, getrouwd, hebben er gerouwd om geliefden. Maar het bisdom houdt vol. In 1968 sluit de kathedraal. Een jaar later is de sloop.

De vismarkt op de Haven

Het interieur van de Barbara kathedraal Breda

Barbara kathedraal Breda aan de haven

Het interieur van de Barbara kathedraal Breda

Barbara kathedraal Breda, gezien vanaf de Haven

Sint-Antoniuskathedraal (Breda)

De Sint-Antoniuskathedraal (ook Sint-Antoniuskerk genoemd) is de kathedrale kerk van het bisdom Breda in de Sint-Janstraat in Breda. De kathedraal is gewijd aan de heilige Antonius van Padua. De kathedraal bevindt zich in het centrum van Breda niet ver van de Grote Markt.

D e Sint-Antoniuskerk is een zogenaamde Waterstaatskerk, een kerk waarvan de bouw grotendeels betaald werd door de landelijke overheid en om die reden onder toezicht stond van ingenieurs van Waterstaat. De kerk werd gebouwd in 1837 naar een ontwerp van architect Pieter Huijsers in de toen gebruikelijke neoclassicistische stijl. Dit uit zich aan de buitenkant voornamelijk in de voorgevel. Drie soorten zuilen uit de klassieke oudheid zijn duidelijk te onderscheiden: van onder naar boven Dorisch, Ionisch en Korinthisch. Het fronton onder de klokkenstoel lijkt op een Griekse tempel. Het bovenste torentje lijkt op een Romeins of Grieks liefdestempeltje.

D e kerk werd gebouwd als parochiekerk maar werd in 1853, na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie, de eerste kathedraal van het bisdom. Maar de Antonius hield niet lang de kathedrale waardigheid. In 1876 werd de Sint-Barbarakerk tot kathedraal gewijd. Na de sluiting van deze kerk in 1968 ging de titel naar de later gesloopte Sint-Michaelkerk in het Brabantpark. Sinds 1 januari 2001 is de Antoniuskerk opnieuw kathedraal, op verzoek van bisschop Muskens.

Interieur

I n het midden staan twee rijen van vijf zuilen. Er zijn twee ruraalzuilen aan beide kanten, voor en achter, en middenin acht losse zuilen, totaal twaalf. Dit duidt in de iconografie op de twaalf apostelen, die de kerk ondersteunen. De kerk heeft een prachtig in hout gesneden preekstoel van de Vlaamse kunstenaar Hendrik Peeters-Divoort over het leven van de heilige Antonius. Vermeldenswaard zijn ook het Antonius-altaar uit 1899, het hoofdaltaar uit 1888 en de gebrandschilderde ramen.

Orgels

Het orgel is gebouwd door de 19e-eeuwse Belgische orgelfamilie Loret en in 1910 grondig verbouwd door Michaël Maarschalkerweerd, die onder meer een pneumatische tractuur aanbracht. Omstreeks 1950 vonden nieuwe verbouwingen plaats door Verschueren. Het instrument heeft twee manualen, 14 registers en een vrij pedaal.

Sinds 2005 heeft de kerk ook een uit Londen afkomstig tweeklaviers koororgel dat in 1905 is gebouwd door William Hill & Sons. Het heeft zeven registers, een aangehangen pedaal en mechanische tractuur.